maandag 4 juli 2011

Oh Oh Griekenland!

Ik erger me aan het gekrakeel in de politiek over het redden van Griekenland en de eigen portemonnee. Een onontwarbare mix van stemmingmakerij, feiten, fictie, vooroordelen en symptoomdenken teistert de media. De wereld lijkt verdeeld in 2 kampen waarbij het ene kamp Griekenland uit de EU wil en er geen euro meer naar toe wil brengen en het andere kamp volledig inzet op verschillende varianten van schuldsanering. Waarom toch?

Feit is dat de Griekse regering er in voorgaande jaren een zootje van heeft gemaakt en dat de collectieve EU heeft zitten slapen voor, tijdens en na de toetreding van Griekenland. Een ander feit is dat Griekenland niet voldoende verdienvermogen heeft om haar geaccumuleerde schulden af te betalen en in een dodelijke spiraal van hoge (junk)obligatierentes dreigt te geraken. Geld bijdrukken ging niet meer met de Euro. In plaats daarvan heeft de overheid in voorbije jaren een bizar aantal overbodige overheidsbanen gecreëerd met dito emolumenten en rechtspositie. Niet zo gek dus dat in Griekenland de belastingmoraal heel laag is. Al deze ambtenaren hebben het land vervolgens ingepakt met grote hoeveelheden red tape. Om in Griekenland iets zakelijks op te zetten moet je door een eindeloos web van regels en verordeningen manoeuvreren waardoor alle slagkracht verloren gaat. Het enige wat er voor de wanhopige ondernemer vervolgens opzit is het achterlaten van bundeltjes euro’s op de juiste plekken.

De economie is daardoor ondanks de toetreding tot de Europese markt een optelsom van kleinschalige hardwerkende bedrijfjes gebleven die vooral voor de binnenlandse markt produceren. Zelfs de veelgeroemde feta werd buiten Griekenland vooral geproduceerd in Denemarken en Duitsland. De enige twee takken die in enige mate buitenlandse deviezen binnenbrengen zijn de toeristenindustrie en de Griekse rederij die wereldwijd 20% van alle transportschepen in bezit heeft. Ze zijn samen goed voor een slordige 16 miljard euro per jaar.

Nu is ook duidelijk waarom het privatiseren van Griekse bezittingen geen soulaas gaat bieden als het gaat om het inlossen van de buitenlandse schuld. In dit Griekse ondernemersklimaat is het ongeveer onmogelijk de investering terug te verdienen. Grieks collectief bezit zoals de haven van Piraeus zullen daarom voor een appel en een ei verkocht gaan worden. De onrust in het land en het verzet tegen de regering zal daardoor alleen maar groter worden. Ook in het geval van “herstructurering” (=kwijtschelden) van de huidige, snel groeiende, schuldenberg van 350 miljard euro is er zo weer een forse schuld bijgeplust.


Wat nu?

Iedereen die zich een beetje verdiept in de problematiek moet concluderen dat zowel het probleem als de oplossing begint bij de publieke sector. Elk herstel van Griekenland moet beginnen met de ontmanteling van het verlammende bureaucratische apparaat. Zo niet, resteert een oplopende spiraal van schuld en rentebetalingen.

Fig. overheidsschuld Griekenland als % BNP

(bron: http://www.indexmundi.com)

Het is duidelijk dat er een soort Marshallplan moet komen voor Griekenland. Maar dat kan alleen succesvol zijn als er crisiswetgeving komt die het doen van investeringen weer het risico waard doet zijn. Griekenland heeft kansen. Het land heeft het grootste arsenaal aan opgestelde zonnepanelen in Europa en is leidend op het gebied van de toepassing van zonne-energie. De toeristenindustrie kan gerevitaliseerd waardoor het de concurrentie met Turkije weer aan kan. Arbeid moet goedkoper worden en de arbeidsmarkt gereorganiseerd zodat er banengroei komt en meer inkomsten uit belasting. En last but not least: laat ze hun juwelen houden zodat ze er uiteindelijk hun eigen geld mee kunnen verdienen!